Column
April 2021
Daar hing Jezus aan het kruis, 2000 jaar geleden. Gekruisigd om te sterven, tussen twee moordenaars! Zijn rug aan stukken gescheurd door de geseling. Op Zijn hoofd de doornenkroon. Zijn gezicht, niet meer om aan te zien! Onherkenbaar, in elkaar geslagen. Bloedend uit vele wonden. Door weinigen gewild, door velen veracht.
De avond ervoor was Hij in Gethsémané zéér beangst geweest. Het gruwelijke lijden was onafwendbaar op Hem afgekomen. Het vooruitzicht had Hem aangegrijnsd. Hij was teruggedeinsd, geknield, weer opgestaan. Knielde weer, viel op de grond in zware stress en aanvechting. Juist hiervoor was Hij gekomen, of was er toch nog een andere weg, eruit? Hij bad: “Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt”. Een urenlange worsteling. Nog twee keer bad Hij dit echter Hij moest die wijnpersbak van Gods toorn betreden, alleen. Ondraaglijke vooruitzicht, Hij had bloed gezweten! Dat had geduurd totdat Hij Zich erdoorheen geworsteld had, in volkomen overgave aan de wil van Zijn Vader.
Nu aan het kruis was de lichamelijke foltering begonnen en wachtte Hij op de dingen die komen zouden. Daar kwamen zij, de vrome godsdienstige leiders, om Hem te bespotten: “Als je dan de Christus bent, de Uitverkorene van God, verlos jezelf dan, anderen heb je toch ook verlost (van ziekten, van gebreken, van demonen, van de dood)? Als jij van dat vloekhout afkomt, en wij zien dat, dan zullen wij in je geloven!” Even daarvoor had Jezus nog hardop gebeden, ook voor hen: “Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen”. En nu… Hij hoorde dat lasteren, dat smaden, dat beschimpen. Hij kende hun boosaardige hart, verdroeg ook deze schande die zij Hem en Zijn Vader aandeden. Hij zei niets terug. Hij keek hen aan, die Hem de avond ervoor geslagen en bespuugd hadden, met ogen vol Goddelijke liefde.
De Schepper van hemel en aarde hing daar, zonder kleren, te kijk voor iedereen. Naakt, in diepe vernedering. Ontdaan van alle waardigheid. Verworpen, afgewezen en ten onrechte veroordeeld! Jezus was door God gezalfd met de Heilige Geest en kracht. En terwijl Hij het land doorreisde, had Hij alleen maar goed gedaan. En iedereen genezen die door de duivel overvallen was. Toch moesten zij hem niet. Zij hadden niets met genade en waarheid, eigen werken moesten hen redden. Daarom haatten zij Jezus: “Weg met Deze!” Pilatus zei tegen hen: “Wat voor kwaad heeft Hij dan gedaan?” Zij hadden gekrijst: “Kruist Hem, kruist Hem!”
Het werd nog erger! Niet alleen hadden Zijn discipelen Hem in de steek gelaten, verloochend en verraden, nu werd Hij zelfs door Zijn eigen Vader verlaten. De hele aarde werd drie uur lang in diepe duisternis gedompeld. Niemand zag een hand voor de ogen. Zijn Vader kon het niet aanzien terwijl Hij Zijn oordeel op Jezus uitstortte van onze ongerechtigheden en zonden. In die totale verlatenheid riep Jezus het uit: “Mijn God, Mijn God waarom heb U Mij verlaten?” Als het Lam van God werd Hij geofferd voor de zonde van de wereld (‘kosmos’). Daarna riep Hij het uit: “Het is volbracht!” Het was klaar, gedaan, voorbij, over! De toorn van God uitgewoed, de losprijs betaald. Door Zijn eenmalig offer de blijvende en eeuwige gerechtigheid aangebracht. De verzoening voor ons allen! Jezus gaf de geest, de aarde beefde, de rotsen scheurden, mensen in de graven rezen op uit de dood. Het voorhangsel in de tempel scheurde, van boven naar beneden. Het Oude Verbond teneinde, het Nieuwe begon. De hoofdman en zijn soldaten riepen het uit: “Werkelijk, Dit was Gods Zoon!”
Jezus werd van het kruis afgehaald en begraven. Echter na drie dagen verrees de Zoon van God, de Opstanding en het Leven, uit de dood! Er daalde een engel uit de hemel die het graf opende, opnieuw een aardbeving! Leven, eeuwig leven, het leven uit het verloren Paradijs, werd daarmee weer verzekerd voor hen die in Hem zouden gaan geloven. Ontelbare mensen, jong en oud hebben dat al gedaan, ook nu nog! Voor hen geldt de grote ruil: Hij de vloek, zij de zegen, Hij de straf, zij de genade, Hij werd zonde, zij de gerechtigheid in Hem, Hij de angst, zij Gods liefde, Hij de dood en zij het eeuwige leven, Hij de straf, zij de vrede, Hij Zijn bloed, zij de vergeving, Hij de striemen, zij de genezing, Hij arm, zij rijk, Hij ter helle, zij ten hemel! Een lied zingt van dat laatste: “Daar zal ik mijn Heer ontmoeten. Luist’ren naar zijn liefdestem. Daar geen rouw meer en geen tranen. In het nieuw Jeruzalem!” En… al dat tijdelijke en eeuwige geluk is ook voor jou! Je mag het als een kind in het geloof aannemen.
Misschien helpt dit Bijbelse voorbeeld erbij om het te begrijpen. Je zit gevangen in een cel. Ter dood veroordeeld, je vonnis op zak. De strop van de galg alvast om je nek. Het is vreselijk want je kunt er niet uit. Iedere dag, diep van binnen, angst voor de komende dood. Zij kunnen je elk moment komen halen. Plotseling echter zwaait de celdeur wijd open… Er klinkt een stem: “Kom eruit! Ik, Jezus, heb je gratie verleend”. Je mag eruit. Geloof je Jezus dan?
Jij zegt misschien wel: “Daar geloof ik niet in. Ik geloof in mijzelf en de krachten uit het heelal helpen mij dit wel door te komen”. Telkens klinkt die uitnodigende stem maar je denkt: “Het is ook zo onzinnig dat een ander voor mij betaald heeft”. Dan is daar je executie! “Het is niet anders. En stel dat God bestaat, dan zal Hij mij wel binnen laten, toch?” Echter dan blijkt dat het “Vreselijk is te vallen in de handen van de levende God”. En… de weg terug is afgesloten!
Een ander vraagt: “Kan dat zomaar?” De stem antwoordt: “Waar had je aan gedacht dan? Kun jij iets toevoegen aan Mijn gruwelijke lijden waardoor Ik jou deze gratie kan verlenen?” Uit een andere cel klinkt: “Pas op voor bedrog hoor! Er moet eerst nog iets gebeuren”. Je besluit te kiezen voor goed gedrag, misschien dat je daardoor vrijkomt. Je wijst daarmee de genade af, net als die geestelijke leiders van toen. De roepstemmen blijven klinken. Ineens, je executie. Dan blijkt dat “Hij met vlammend vuur wraak oefent over je omdat je God niet kent èn het Evangelie van Jezus niet gehoorzaam bent geweest!” Voor geloven is nu te laat!
Vele, vele anderen roepen het verwonderd uit: “Ik mag eruit, dank U, dank U, duizend maal dank! Ik verlangde al zolang naar verlossing uit deze gevangenis van de eeuwige duisternis! Uw Geest maakte mij gewillig en overtuigde mij van Uw waarheid!” Dank U voor deze grote genade dat U stierf voor mijn zonden, voor de geschonken vrijlating en het eeuwige leven! Ik geloof U en kom eruit!” Luister dan naar Jezus van Wie de Vader gezegd heeft: “Hoort Hem!”
Evangelist Cees van Beek uit Genemuiden. Wil je hierover doorpraten, of heb je vragen, of wil je gebed, mail mij gerust op levendenstromendwater@gmail.com. Of bel of app mij op 06-51046981. Afbeelding met toestemming van Ain Vares (www.ainvaresart.com).